Gezonde bodem is rijk aan organisch materiaal, maar het begrip hoe precies stabiele organische stof wordt gevormd is onderwerp van onderzoek en blijkt anders dan gedacht. Een team van wetenschappers van de Universiteit van New Hampshire heeft bewezen dat microbiële resten en silicaatmineralen – en niet van oorsprong plantaardig materiaal – de belangrijkste component voor de vorming van stabiele organische stof.
Dit nieuwe inzicht biedt een veelbelovend perspectief om de capaciteit van de bodem om stabiele organische stof te vormen te versterken. Het is aannemelijk dat deze nieuwe kennis cruciaal zal blijken te zijn om het gehalte organische stof in de bodem boven het huidige onbegrepen maximum te laten toenemen.
Bodems reageren vaak langzaam op veranderingen in landgebruik en beheer. Het is om die reden lastig om veranderingen in de bodemkwaliteit te detecteren voordat de schade onomkeerbaar is. Onomkeerbaar zonder veranderend beheer. De verwering van bodemmineralen en de gevolgen hiervan voor de ontwikkeling van de (micro)biologie is hiervan een goed voorbeeld. De effecten van zure depositie en een steeds intensiever wordende landbouw in de afgelopen decennia zijn duidelijk waarneembaar. Voor het vinden van oplossingen is de kennis en informatie uit de mineralogie en de microbiologie onmiskenbaar.
Bodemmineralen beïnvloeden de diversiteit van populaties micro-organismen in de bodem en de interactie tussen mineralogie en bodembiologie. Bodembiologie op haar beurt maakt macro- en micronutriënten vrij en levert deze aan het gewas.
Meer lezen over de vorming van stabiele organische stof in de bodem: Kallenbach et al., 2016.
Meer lezen over de samenhang tussen bodemmineralen en microbiologie: Gleeson et al., 2005; Gleeson et al., 2006; Uroz et al., 2012.